Rijlessen

Allereerst begin ik met longelessen. Dit zijn lessen die aangelijnd gegeven worden. Het lange touw (de longe) geeft niet alleen de startende ruiter, maar ook het paard, meer vertrouwen. Door instabiliteit van de ruiter kan het paard ook onstabiel worden. Daarom wordt eerst keihard gewerkt op een niet-storende zit van de ruiter, in het belang van het paard. Eens evenwicht, balans en de vaste zit aanwezig zijn, kunnen we aan het stuurwerk beginnen. Longelessen kunnen op termijn opnieuw nodig zijn om nieuwe zaken aan te leren of om op terug te vallen als ruiter en/of paard onzeker wordt. Ook worden longelessen ingezet bij voltige. Turnoefeningen op het paard leren, werkt niet alleen bevorderend voor evenwicht en balans, maar vormt ook een leuke afwisseling naast de dressuurlessen. 

We spreken van dressuur zodra een ruiter het paard zelfstandig kan berijden in een piste (paddock, rijbak), zonder longe. Natuurlijk blijven we werken aan houding, maar op termijn niet enkel de houding van de ruiter. Ook het paard moet ondersteund worden tijdens het rijden en anatomisch correct lopen. Perfectie bestaat niet, maar we streven naar een hoogste graad van contact. Contact is de verbinding tussen de ruiter en het paard. Deze verbinding gaat over zowel de fysieke als over de mindset (geestelijke verbinding). Wanneer de ruiter denkt aan een oefening en het paard weet precies wat hij moet doen, zonder dat de ruiter dat zichtbaar aangaf, dan spreekt men van een "twee-eenheid". Zo'n subtiele connectie tussen ruiter en paard is het mooiste wat er bestaat en zou in alle takken van de sport aanwezig moeten zijn! 

Zodra de basis van dressuur gekend is, kunnen we indien gewenst oefenen op een eerste sprong. Hier komt de longe weer van pas. We rijden enkele keren een lage sprong aan de longe om te werken aan een correcte, niet-storende houding tijdens de sprong. Daarna leren we sturen over cavaletti (balken niet hoger dan 30cm). Eens er genoeg controle heerst, kunnen we hoger springen en een parcours uitproberen. De Equilynnpaarden springen tot niveau Rozet 4 (het vroegere B-brevet (90cm)). Om je als ruiter een streefdoel te geven, is het gewenst om op termijn minstens niveau Rozet 3 (het vroegere A-brevet) te behalen. Dat A-brevet noemde het "wandelbrevet", waarbij je dus ook een lage sprong (tot 70cm) moest kunnen trotseren. Denk maar aan bv. een omgevallen boomstam over het wandelpad. 

Alle lessen zijn privé, tenzij er een workshop plaatsvindt. Er kunnen wel kleine groepjes (familie of vrienden) gevormd worden na verloop van tijd.

Ook mensen met eigen paard of pony kunnen hier terecht voor rijlessen.